Fan van Feyenoord
Nieuws

Colum Sjoerd Mossou over supporters pesten

In de eredivisie werden zondag liefst drie wedstrijden gespeeld zonder uitsupporters. De Klassieker, uiteraard, je raakt er al bijna aan gewend, maar ook bij Heerenveen-FC Groningen en FC Twente-FC Utrecht bleef het uitvak leeg.

Dat brengt ons bij een logische vraag. Namelijk: wonen er in Nederland significant méér totale randdebielen dan in bijvoorbeeld Engeland (of Duitsland)? Dat zou op zich al een interessant wetenschappelijk onderzoek zijn, maar tot die tijd kunnen we het antwoord vrij simpel houden: nee.

(Althans, heel veel zal het niet schelen. Ga op zaterdag maar eens kijken in een winkelcentrum of uitgaansgebied in pakweg Middlesbrough, Birmingham of Slough. Malloten genoeg.)

Toch reizen er in Engeland elk weekeinde vele tienduizenden (!) voetbalsupporters hun clubs achterna naar uitwedstrijden. Van stadsderby's tot doorsnee wedstrijdjes. Allemaal volledig op vrij vervoer, met auto's, bus of per metro. Zelfs kleine clubs als Wycombe Wanderers of Watford nemen met gemak duizend tot drieduizend mensen mee, die ook nog even lekker naar de lokale pub gaan.

De Manchester Derby? Zesduizend man in een uitvak, zonder hekken, zonder verplichte 'combi'.

Maar het enige wat onze burgemeesters, politie en bestuurders nog kunnen bedenken, is uitsupporters maar domweg verbieden. Een paardenmiddel waar de onmacht en gemakzucht vanaf druipen en die talloze goedwillende fans dupeert.

De kernvraag: waarom kan het in Engeland wél − en op veel grotere schaal? Een land met een structureel alcoholprobleem, bijna 100 profclubs en potentiële hooligans annex randdebielen in overvloed?

Het antwoord wordt vaak gezocht binnen het dogma van 'strenger straffen!' en 'stadionverboden!', maar dat klopt hooguit ten dele. De veel grotere factor zit dieper geworteld in onze (voetbal-)maatschappij, onze cultuur én in ons overheidsbeleid van de laatste vier decennia.

Hét cruciale verschil tussen Engeland en Nederland is vrij simpel: normalisatie versus ontmoediging. Behandel je uitsupporters in essentie als wilden, als 'probleem', of gewoon als mensen?

Het verbieden van uitsupporters was zelfs in de donkere jaren 80 nooit echt een thema in Engeland, omdat uitwedstrijden er onbetwistbaar onderdeel van 'the People's game' zijn. Away days zijn er nationaal erfgoed. Geen discussie mogelijk.

Je clubje achterna reizen, en alle fijne rituelen daaromheen, zijn er zó volstrekt alledaags, dat het ook door lokale overheden als volstrekt normaal wordt beschouwd. Ook daar is heus politie op de been, ook daar worden maatregelen genomen, ook daar gaat heus weleens wat mis.

Maar al mijn Engelse voetbalvrienden kijken vol verbazing naar 'ons'. Naar uitvakken als dierenkooien, compleet met metalen afvoersluizen. Naar onze verplichte buscombi's en lege uitvakken.

'Wij' hebben niet meer randdebielen dan 'zij'. Natuurlijk niet. Het verschil is visie. Beleid. Niet beginnen bij ontmoediging en frustratie, maar bij het faciliteren en beschermen van normaal gedrag.

Dát durfden we in Nederland veertig jaar lang niet aan, we lieten het hopeloos versloffen. Het enige wat dan nog rest, zijn lege uitvakken. Een laffe noodgreep, over de rug van de meerderheid.